11. Hopbeuk. (Ostrya)

Er zijn twee redenen om de naam ,,hopbeuk " te verklaren. Eerstens, de hopbeuk heeft opvallende merkwaardige katjes met zaad, die sprekend lijken op hopbellen. Vandaar de naam ,,hop ". Tweedens, de bladeren van de hopbeuk lijken veel op die van de beuk. De hopbeuk is echter geen familie van de beuk. Het is een toevallige overeenkomst. De boom is in Nederland niet algemeen en komt voornamelijk in parken voor. In Zuid -Europa is hij algemeen. Langs het Gardameer in Italië groeit de hopbeuk in het wild en langs de zuidelijke flank van de Alpen vormt hij een wezenlijk bestanddeel van de bosvegetatie. De hopbeuk heeft in zijn beginjaren een kegelvorm. Naarmate hij een hogere leeftijd bereikt, wordt het een bredere boom met laag ingeplante lange horizontale takken. De hopbeuk als volwassen boom heeft een fraaie ruime lichte kroon die het zonlicht heel fijn filtert. ( toelichting: Hop is een plantengeslacht van de familie der hennepachtigen. Het doel van de hopteelt is de winning van lupuline, een bittere stof, die afgescheiden wordt door de schubben en schutblaadjes van de hopbellen. Die stof wordt gebruikt in de bierbrouwerijen als smaakgevend en conserverend middel ).